Rechtbank oordeelt over vijf middelen op basis van imidacloprid
Dinsdag 23 maart deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak in de juridische procedure van Bijenstichting en Noordbrabants Landschap tegen vijf toelatingbesluiten van het Ctgb. Het CBb concludeert dat het procesbelang voor vier van de vijf middelen inmiddels is vervallen. Daarnaast oordeelt het CBb dat het Ctgb juist heeft gehandeld bij de risicobeoordeling van het middel Admire.
De beide milieuorganisaties vroegen in 2015 om een verbod van vijf insecticiden op basis van neonicotinoïden. Inmiddels is de toelating van deze insecticiden op Europees niveau afgebouwd. Het Ctgb beperkte in 2018 het gebruik van Admire tot toepassingen in kassen, gebruik in onbedekte teelt is niet meer toegestaan. Van Admire is de toelating inmiddels ingetrokken op verzoek van de toelatinghouder. Het Ctgb heeft overeenkomstig een Europese Verordening besloten dat het middel tot 1.1.2022 mag worden opgebruikt.
Het CBb benadrukt dat het Ctgb in zijn oordeel uitgaat van het effect bij gebruik volgens voorschrift. Dat is het kader voor het Ctgb en daarbij gebruikt men het beoordelingskader dat gold op het moment van beoordelen. Het Ctgb mag aanvullend waterzuiveringsvoorschriften en een distributievoorschrift geven. Dat, zoals aangevoerd, de stof imidacloprid op dit moment de waterkwaliteitsnorm niet haalt en dat gebruikers de waterzuiveringsvoorschrift mogelijk niet navolgen, doet op zichzelf niet af aan de rechtmatigheid van de toelating van Admire.
In tegenstelling tot wat beide milieuorganisaties aanvoeren, hoeft het Ctgb het risico van combinaties van middelen niet mee te wegen. Het CBb stelt dat hiervoor een duidelijk beoordelingskader ontbreekt.