Ctgb wil vergelijkende evaluatie effectiever en efficiënter maken
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) wil de werkwijze voor de vergelijkende evaluatie aanpassen. De aanpassingen zijn bedoeld om die procedure effectiever en efficiënter maken. Zo zullen vaker gewasbeschermingsmiddelen worden vervangen door veiligere alternatieven en kan de procedure sneller worden uitgevoerd. Het gaat hier om middelen die zogenaamde “kandidaten voor vervanging” bevatten. Dit zijn goedgekeurde stoffen waarvoor de Europese wetgeving bepaalt dat ze – waar mogelijk – vervangen moeten worden door alternatieven die veiliger zijn.
Doel van de aangepaste werkwijze is om op een efficiënte manier vast te stellen of er een veiliger alternatief is voor een middel met een kandidaat voor vervanging. Als dit zo is wordt een dergelijk middel niet toegelaten. Zo komen of blijven middelen met deze stoffen niet op de markt als er ook een veiliger alternatief kan worden gebruikt.
Minder strenge veiligheidsvoorschriften bepalend
Het Ctgb wil wijzigingen aanbrengen in de manier waarop de alternatieven worden vastgesteld en in de wijze waarop wordt bepaald of een alternatief veiliger is. Om te bepalen of de alternatieven veiliger zijn wil het Ctgb voortaan kijken naar de veiligheidsvoorschriften. Een alternatief middel wordt als veiliger beschouwd wanneer er minder strenge veiligheidsvoorschriften nodig zijn dan voor het middel met de kandidaat voor vervanging. Alle niet-chemische maatregelen en laag-risicomiddelen worden daarnaast sowieso als veiliger beschouwd. Dit maakt de procedure simpel en eenduidig. Zo kan de vergelijkende evaluatie sneller worden afgehandeld en kunnen er vaker middelen vervangen worden door alternatieven die veiliger zijn voor mens, dier en milieu.
Het college wil per 1 januari 2024 met de nieuwe aanpak gaan werken. Gedurende vijf weken is het mogelijk om te reageren op de nieuw voorgestelde werkwijze.