De meeste mensen deugen
In mijn vakantie las ik De meeste mensen deugen van Rutger Bregman. Het boek sprak me enorm aan. Het gaat sterk uit van het goede in de mensen en het alledaagse. Bregman geeft een rake analyse van mechanismen en aannames in onze geschiedenis – dat de mens in wezen slecht is – die worden versterkt door de werkwijze van de media, waar ook wij bij het Ctgb regelmatig mee te maken hebben.
Ons wereldbeeld wordt vervormd door de nieuwsselectie van de media, schrijft hij. “We leven in de rijkste, veiligste en gezondste tijd ooit. Waarom we dit niet weten? Simpel: omdat het nieuws over de uitzonderingen gaat. Aanslag, geweld, ramp: hoe uitzonderlijker een gebeurtenis, hoe nieuwswaardiger ze wordt.” En hij demonstreert dit onder meer aan onderzoek naar vliegtuigcrashes waaruit blijkt dat tussen 1991 en 2015 het aantal ongelukken gestaag afnam, terwijl de aandacht in de media daarvoor juist toenam. Met als gevolg dat mensen steeds banger worden om in steeds veiligere vliegtuigen te stappen. Daar komt bij dat in dit digitale tijdperk ‘de extreme kanten van het nieuws’ nog verder worden ‘aangezet’. De mensen achter Facebook, Twitter en Google weten waar je op klikt en bieden je daar meer van. Waardoor de alledaagse dingen die goed gaan, het afleggen in de berichtgeving.
Ik zie hier een parallel met ons werkterrein. Bij de risicobeoordeling van werkzame stoffen en middelen werken de Europese lidstaten inmiddels nauw samen volgens strikte regelgeving en wetenschappelijk vastgestelde veiligheidsnormen. Stoffen met hoge risico’s zijn uitgefaseerd en worden niet meer gebruikt. Toch is er meer en meer discussie waarin Jan en alleman naar hartenlust met ‘wetenschappelijke feiten’ aan de haal gaat. Media passen bovendien niet altijd meer hoor en wederhoor toe, winkelen selectief in wetenschappelijke publicaties en presenteren ongefundeerde aannamen en verdenkingen als feiten. Ook juist binnen die context voel ik me aangesproken door Bregmans oproep om oog te hebben voor de alledaagse dingen die goed gaan. Want er gaat zoveel goed en er is in Europa al zoveel verbeterd. En wij blijven verbeteren. Ook dat zit in de Europese verordeningen, beoordelingssystemen en processen ingebakken. Wij blijven kritisch en waakzaam, staan open voor wetenschappelijke toetsing en blijven verbeteren. Dat hoort ‘gewoon’ bij ons ‘alledaagse’ werk.
Ingrid Becks
secretaris/directeur Ctgb