Relatiedag 2018: spanningsveld tussen innovatie en toelatingspraktijk

Donderdag 14 juni 2018 organiseerde het Ctgb de jaarlijkse relatiedag. Er waren ruim 200 deelnemers afgekomen op een programma over het spanningsveld tussen innovaties en de toelatingspraktijk van gewasbescherming en biociden. Er was een gevarieerd aanbod aan presentaties over nieuwe duurzame ontwikkelingen, en ruim aandacht voor wat dit soort innovaties vragen van de risicobeoordeling en toelatingspraktijk. In het slotdebat werd de conclusie getrokken dat bij innovatie de terreinen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden veel van elkaar kunnen leren, en overheden innovaties moeten faciliteren en de veiligheid op nieuwe manieren waarborgen.

College-voorzitter Johan de Leeuw schetst en illustreert vier belangrijke tendensen sinds de eerste collegevergadering 25 jaar geleden: van nationaal naar Europees;  van chemie naar geïntegreerd en groen; van algemeen, breed werkend, naar specifiek, ‘personalized’;  en meer transparantie en publieke belangstelling. Deze tendensen vormen de context van alle presentaties van de dag. Hij roept op ruim baan te maken voor innovatie, in alle verscheidenheid.

Gewasbeschermingsmiddelen

Ingrid Becks schetst het historisch perspectief in de gewasbescherming, ze demonstreert de innovaties in toepassingstechnieken en in de formuleringen, en illustreert hoe de wetgeving innovatie kan aanjagen en aan de andere kant kan remmen. Ze laat de ontwikkeling zien van spuittechnieken uit de jaren 70 tot nu, met driftarme spuitdoppen en digital farming.  Tegelijkertijd kwamen er gewasbeschermingsmiddelen met andere hulpstoffen, uitvloeiers en meer biopesticiden, en nieuwe methoden als in situ generatie en RNAi, effectiever en veiliger voor de toepassers, maar met nieuwe vraagstukken voor de risicobeoordeling. Met het Activiteitenbesluit, zuiveringseisen en de EU-lijst met verboden hulpstoffen jaagt de wetgever innovatie aan, maar aan de andere kant is de beoordeling nog niet uitgerust voor een systeemaanpak, voor toepassingen met drones, of om de milieubelasting te berekenen. De wetgeving moet dus ook snel mee met nieuwe ontwikkelingen.

Biociden

Op eenzelfde manier schetst Luuk van Duijn het historisch perspectief bij biociden, de innovatie-cyclus, en de lessen die we daaruit leren. De overheid moet snel reageren op nieuwe concepten, de industrie zijn verantwoordelijkheid aanvaarden en vooruit kijken, en de wetgever zo nodig snel bijsturen. Er worden nieuwe antifoulingmiddelen ontwikkeld, in situ generatie van desinfectiemiddelen vermindert transport en risico’s, en ook bij biociden vermindert een systeemaanpak risico’s en de noodzaak om een biocide in te zetten. De regelgeving geeft enerzijds flexibiliteit maar ook onzekerheid, en het bijstellen ervan is een traag proces, daar staat tegenover dat de Europese Unie een grote markt is, twee keer zo groot als de VS. De uitdaging voor de industrie is de veiligheid van innovaties goed te onderbouwen en zich voor te bereiden op het maatschappelijk debat , voor de wetgever om innovaties snel in te bedden in wetgeving, te anticiperen in de toelatingscriteria en structurele oplossingen te zoeken.

Microbiologie

Steeds meer lijkt het er op dat principes  gebruikt voor innovaties uit het ene toepassingsgebied, ook bruikbaar zijn in het andere toepasingsgebied. Dat geldt al voor gewasbescherming en biociden die in beide gevallen bijvoorbeeld Integrated Pest Management gebruiken. Daarom was keynote speaker Hauke Smidt gevraagd naar  een inkijkje in de rol van de microbiologie, het ecosysteem in het menselijk maagdarmstelsel. Hoe het interne milieu van  voedsel en soms antibiotica omvang en samenstelling van de aanwezige bacteriemassa kunnen beïnvloeden. En hoe men de effecten van  antibiotica  met terugplaatsing  van de juiste bacteriën ('poeptransplantatie') en herstel van dat ecosysteem  te niet kan doen en weer mensen kan genezen. Dit principe is ook toe te passen bij gewasbescherming en biociden.

Big Data uit koeltorens

Het wordt steeds makkelijker data te verzamelen en te bewerken. Slim gebruik van die gegevens(verwerking) kan in brede zin bijdragen aan een duurzamer productie en ook aan een duuramer gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Heleen Nieuwenhuis van Nalco Water laat zien hoe met behulp van Big Data uit koeltorens water is te hergebruiken, een opstapje om elk jaar een triljoen liter water te besparen. Stop met water als verbruiksgoed, dat is nodig omdat er vanwege de groei van de wereldbevolking in 2030 40% meer schoon water nodig is. Door slimme metingen kan tijdig in allerlei processen worden ingegrepen, waardoor er geen water wordt verspild.  

Precisie aardappelteelt

Parallel laat Jacob van den Borne zien wat mogelijk is aan precisielandbouw in de aardappelteelt. Hoe hij data verzamelt van de bodem, het weer, plagen enzovoort en bijna per plant bijhoudt en kan ingrijpen voor een optimale gezonde groei. Zelfs hoe de tractoren over het land rijden is uitgedacht en met behulp van GPS efficiënt en met een besparing op brandstof en manuren te sturen. Van den Borne blijkt een aansprekende voorloper.  

Wettelijke gebruiksvoorschriften

Nicole van Straten gaat dieper in op de toelatingspraktijk, op de dilemma’s rond wettelijke gebruiksvoorschriften en hoe ze zich verhouden tot bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit. Eenduidig wil niet zeggen dat ze eenvoudig kunnen zijn, na te leven en te handhaven. Strengere eisen leiden tot complexere voorschriften. Er blijft spanning tussen het behoud van een effectief middelenpakket aan de ene kant en veilig gebruik aan de andere kant …

Amoeben als waterbeveiligers

Wie werkt aan duurzamer gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt ook geconfronteerd met nieuwe  technisch en sociaal-economische uitdagingen, zo bleek uit een drietal presentaties.
Irma Steemers van Novochem water treatment vertelt over amoeben die als Pac-Man legionella bacteriën verorberen en onschadelijk maken, waardoor geen toxische biociden worden geloosd, geen kopererosie optreedt en minder water en chemicaliën worden verbruikt. Echter de toelating loopt spaak bij ECHA, dat ondanks de overlegde bewijzen niet is overtuigd van de werkzaamheid en zich afvraagt of de bacterie kan vrijkomen als je die amoeben inademt. Kan de amoebe een Trojaans paard zijn vol legionella bacteriën? Innovatie lijkt zo in de kiem te worden gesmoord … onderwerp voor discussie.

Verf zonder oplosmiddelen

Anita Drewes van Akzo demonstreert de problemen waar een verffabrikant tegenaan loopt bij het terugdringen van chemische componenten in verf. Dan moet er op een andere manier werk gemaakt worden van de conservering, anders krijg je bij het openmaken van verfblikken bijna hetzelfde als bij een champagnefles. Daarvoor zijn echter weinig biociden voorhanden. Dus met het terugdringen van oplosmiddelen wordt conservering een bijna onoverkomelijk probleem.

Economisch IPM

Roel Jongeneel benadert IPM vanuit socio-economisch perspectief. IPM loont, maar kennelijk is dat niet altijd voldoende voor telers om de principes toe te passen.  Hun wereld is niet statisch en  bijvoorbeeld schommelende gewasprijzen kunnen de economische gevolgen van IPM beïnvloeden.  De baten moeten een factor x hoger liggen dan de kosten. Telers maken een individuele , teelt- en tijdgebonden afweging, die meer omvat dan de in te zetten plaagbestrijding.

Publieke belangstelling en openbaarmaking

Cecile Gommans laat zien wat de effecten zijn van de toegenomen transparantie en publieke belangstelling. Zij geeft een inkijkje in de juridische dilemma’s rond openbaarmaking en dataprotectie. Hoe bijvoorbeeld het verdrag van Aarhus uit 1998 zich verhoudt tot jarenlang lopende openbaarmakingsverzoeken en WOB-verzoeken en het aantal beroep- en bezwaarzaken.

Vergroot afbeelding 2018 Relatiedag slotdebat
Beeld: ©Ctgb
slotdebat relatiedag 2018

Slotconclusies

Na het slotdebat over een aantal stellingen vat Johan de Leeuw de lessen van de dag samen in een toekomstvisie. “De werelden van de gewasbescherming en biociden zullen elkaar steeds meer gaan raken. Het productportfolio van bedrijven zal zich verbreden. De digitalisering is snel onderdeel geworden van ons leven, denk aan het terrein van de geneesmiddelen, dat gebeurt nu ook bij de gewasbeschermingsmiddelen en biociden, en groeit al naar een punt van vervolmaking: dat bedrijven niet alleen producten produceren, maar daar ook moderne managementsystemen bij leveren voor gebruikers, boeren, de industrie, en zo een verbreed aanbod op de markt zetten. Gebruikers wachten daar nu al op. Het kan heel kosteneffectief zijn met gebruiksreducties van 20 tot 30 procent, en de bedrijven houden nog steeds een heel interessant pakket om te verkopen vanwege alle abonnementen voor gebruik en toepassing die daarbij komen. Als dat de toekomst is bij gewas en biociden, dan kunnen we ook heel veel van elkaar leren. Want in de kern komt het voor een deel op hetzelfde neer. Ik zou willen dat die werelden elkaar meer zouden opzoeken, om nieuwe concepten toe te passen op een ander gebied. Om dat mogelijk te maken heb je als randvoorwaarde overheden nodig die, terwijl zij waken over veiligheid en betrouwbaarheid, voor zover dat in hun vermogen ligt, daaraan maximaal meewerken nationaal en internationaal.  Dat is een toezegging die ik graag wil doen. Want wij zijn er ten dienste van jullie en niet ten behoeve van onszelf.”