Recente ontwikkelingen in verordening en toelatingspraktijk gewasbeschermingsmiddelen
Luuk van Duijn zoomt in op de recente ontwikkelingen in verordening en toelatingspraktijk. Stofbeoordeling en -goedkeuring is belegd bij Europa, beoordeling en toelating van middelen bij de lidstaten maar geharmoniseerd. Als exporteur van agrarische producten zit Nederland (in geld dat er in omgaat) in de top 3 van de wereld, maar het heeft slechts 3,7% van de stemmen in de Europese raad. Ook als tariefgestuurd zelfstandig bestuursorgaan neemt het Ctgb Nederland (met Frankrijk) in Europa een aparte plaats in. Bij de andere lidstaten is de toelating van gewasbeschermingsmiddelen belegd bij een ministerie of zelfstandige organisatie zonder eigen inkomsten. Het Ctgb speelt in Europa wel een initiatiefrijke rol die meer past bij het Nederlandse aandeel in agrarische export, het dient onder meer uitgewerkte voorstellen in en voert regulier overleg met de Europese Commissie en EFSA. Veel in het beoordelingsproces loopt goed, maar experts worden het niet altijd met elkaar eens, en er worden soms politieke besluiten genomen. Stoffen worden eigenlijk bijna volledig opnieuw beoordeeld, vanwege nieuwe richtlijnen. De uitdaging is om afspraken tussen de lidstaten, Commissie en EFSA werkbaarder te maken, er zijn nieuwe transparantieregels en de mogelijkheden die bijvoorbeeld precisielandbouw biedt kunnen opgenomen worden als mitigerende maatregelen.
Voor verschil van inzicht tussen lidstaten moet een arbitrageprocedure komen en voor de ontwikkeling en snelle invoering van guidances een gemeenschappelijke agenda. Al met al is er sinds de verordening heel veel verbeterd, veel aspecten zijn goed geharmoniseerd, sommige punten kunnen beter. Een van de uitdagingen voor iedereen die erbij betrokken is, is om draagvlak te creëren.