Relatiedag 2019 U en Europa - biociden
Paneldiscussie: U en Europa
Tijdens de paneldiscussie is een gedeeld geluid dat (meer) overleg de ervaren knelpunten kan helpen oplossen. Commissie en beoordelingsautoriteit Ctgb willen daarvoor ruimte bieden en zien concrete mogelijkheden. Dit biedt voorlopig ook een oplossing voor het gebrek aan afgeronde guidances. Daarnaast is er behoefte aan meer regie op de (samen)werking van lidstaten. Dat is geen taak voor de Commissie, maar dit kan iets zijn voor ECHA. Een tweede aandachtspunt is de zorg om een afnemend middelenpakket, geïllustreerd met de ontwikkelingen rondom biociden. Daar zal de politiek zeker een rol in gaan spelen. Een gedeelde conclusie is dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is dit jonge systeem voor biociden overeind te houden.
Panelleden; v.l.n.r.:
Joan Schouten – Anticimex/NVPB;
Mario Nagtzaam – Europese Commissie;
Ingrid Becks Ctgb;
Peter Kugel – VVGB Advocaten;
Martin Wolfs – Collegelid Ctgb
Moderator: Hans van Boven Ctgb
De paneldiscussie start met de volgende vraag aan de leden: de Europese verkiezingen zijn net achter de rug en de Commissie wordt samengesteld. Als jullie één minuut zouden mogen bellen met de nieuwe Euro Commissaris met biociden in de portefeuille, wat zou je willen meegeven en/of willen vragen:
Joan Schouten:
Hoe overtuig ik de EC dat er genoeg middelen moeten blijven bestaan om de plaagdierenoverlast te kunnen blijven bestrijden.
Peter Kugel:
Wanneer gaat de EC toegeven dat de deadline niet wordt gehaald?
Martin Wolfs:
Ik raad de EC aan het budget voor Echa voor de actieve stoffen, substantieel te verhogen.
Ingrid Becks:
Ik wil een oproep doen om de guidances spoedig af te ronden. Tevens zou ik willen pleiten voor een meer risk based benadering in plaats van de nu vaak gehanteerde harzard benadering.
Mario Nagtzaam (gevraagd naar wat hij vanuit de Commissie terug zou geven):
Help ons om de Verordening uit te voeren.
Vraag moderator:
De guidances zijn of nog niet afgerond of onvoldoende realistisch. Is er een handreiking mogelijk naar het bedrijfsleven toe?
Peter Kugel:
Mijn cliënten willen niet procederen, ze willen meer overleg. Ze ervaren nu dat men niet wil praten met de aanvragers met als reden oa. de waarborging van de onafhankelijkheid. Dit moet beter kunnen.
Ingrid Becks:
Ik ben blij verrast met de aangereikte oplossing in de presentatie eerder deze dag, namelijk: kort na indienen van de aanvraag een meeting organiseren. Dus een extra overleg moment. Naast de mogelijkheid voor een pre submission meeting, een post submission meeting organiseren. Dit om te zorgen dat vragen en problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en opgelost kunnen worden. Ofwel: pre submission meeting - indienen aanvraag - post submission meeting, waarna de beoordelingsautoriteit onafhankelijk te werk gaat.
Ingrid Becks benadrukt dat het Ctgb altijd rol zuiver en onafhankelijk moet blijven. Bepaalde vragen zullen altijd voor de consultant blijven. Het Ctgb probeert met meetings en workshops aanvragers te informeren.
Peter Kugel:
Mijn cliënten ervaren dat nadat een bezwaar is ingediend, de deur dichtgaat bij het Ctgb, terwijl er mogelijk tijdens de looptijd van het bezwaar zaken op te lossen zijn. Ik pleit voor overleg in die periode, is dat mogelijk?
Ingrid Becks:
Dit is vrij recent gedaan echter zonder positief resultaat. Wellicht dat wij het nog een keer willen proberen.
Mario Nagtzaam:
Juridische procedures kosten veel geld en lijken niet de oplossing te zijn. Ik pleit voor meer overleg en verbetering van procedures.
Vraag moderator:
Met betrekking tot de uitleg van guidances is er een vraag naar meer transparantie en openbaar making. Wat zijn jullie gedachten hierover?
Mario Nagtzaam:
Er dient goed nagedacht te worden waar we guidances voor willen maken en welke dan wanneer van toepassing zijn. E-consultation is tussen lidstaten, onmogelijk dat de commissie hieraan deelneemt of openbaarmaking verzorgt.
Peter Kugel:
Waar kan de aanvrager terecht als het niet goed gaat? Wie is er verantwoordelijk? De commissie zou wat meer verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen. De lidstaten zijn moeilijk benaderbaar met Nederland als uitzondering. Kan de Commissie een actievere rol spelen in plaats van te roepen ga maar procederen?
Mario Nagtzaam:
De Commissie kan er inhoudelijk niet bij betrokken worden. Procedures opstarten vanuit de Commissie is niet de oplossing, tenzij lidstaten bewust de regelgeving niet toepassen.
Moderator:
Hoe kunnen de lidstaten door de Commissie geholpen worden om de deadlines te halen?
Mario Nagtzaam:
Door in overleg te gaan met de lidstaten en uiteindelijk soms toch een procedure te starten wat enorm veel tijd kost. Cultuur, werkwijzen en niet voldoende capaciteit bij lidstaten spelen een grote rol.
Martin Wolfs:
Er zijn veel spelers in het gehele traject die ieder een deel uitvoeren. Kan er iemand deze hele keten bewaken?
Mario Nagtzaam:
Er is geen ketenregisseur. Als er geen bewakingssysteem is dan moet je wellicht accepteren dat termijnen niet gehaald worden.
Ingrid Becks:
Ik constateer dat de communicatie verhardt. Laten we niet verzanden in elkaar de schuld geven. Het is wel goed om elkaar scherp te houden of om een stok achter de deur te hebben. Ik zie graag ECHA deze rol oppakken (mbt werkprogramma werkzame stoffen).
Moderator:
Is er meer duidelijkheid te scheppen in de status van de guidances?
Peter Kugel:
Met regelmaat staat er vermeld in de guidance: is niet juridisch bindend. Guidances worden als nuttig ervaren. Er dienen echter geen onredelijke termijnen gegeven te worden aan de aanvrager als er een nieuwe guidance is vastgesteld.
Mario Nagtzaam:
Er wordt (te) weinig input van de stakeholders ontvangen.
Moderator:
Door Joan Schouten is de zorg geuit over een toereikend middelenpakket plaagdierbestrijding. Wat houdt dit precies in?
Joan Schouten:
Het gebruik van anticoagulantia in Nederland is gewijzigd. Andere landen hebben hier destijds met verbazing op gereageerd. Het gewijzigde beleid met certificering heeft er echter wel toe geleid dat de mindset veranderd is, wat als positief kan worden gezien. Deze mindset is nu: hoe kunnen we beter non-toxisch bestrijden? Echter blijven middelen nodig, de non-tox inzet is niet toereikend. Hardnekkige overlast zal in de toekomst toenemen. Er is wel een monitoringsonderzoek gaande om inzicht te verkrijgen in de aanwezigheid, de verspreiding en de omvang van rattenpopulaties. Wat is de visie van de Europese Commissie?
Mario Nagtzaam:
Het gebruik van rodenticiden heeft een sterke politiek lading. Het is erg onzeker of de nu te gebruiken middelen verlengd zullen gaan worden. Het is de vraag of na afronding van het werkprogramma werkzame stoffen nog voldoende stoffen overblijven. Daarnaast is er men zich bewust dat er momenteel nog weinig alternatieven zijn. Een optie is om ook certificering te verplichten voor binnengebruik van deze middelen.
Vragen vanuit de zaal:
Is er een mogelijkheid tot een versnelde procedure om low risk middelen toegelaten te krijgen?
Ingrid Becks:
Op middelniveau zijn er mogelijkheden zoals de vereenvoudigde toelating. Op stofniveau zit echter de vertraging en is het probleem de niet toereikende capaciteit bij de lidstaten. Die dient met prioriteit opgelost te worden.
Mario Nagtzaam:
Over de prioritering zal met de lidstaten overleg moeten worden.
Vraag van de branchevereniging Desinfectiemiddelen:
Ondanks dat middelen nog mogen worden ingezet bij de bestrijding van bijv. de rat, lijkt de lokale overheid geen chemische producten te willen gebruiken, waarom niet?
Deze vraag is niet door het panel op te lossen. Er ligt een bevoegdheid bij de lokale overheid.
Vanuit de zaal luidt de conclusie: Zoals Paul Schnabel in zijn key nota al aangaf dient gaat het er om dat dat we vertrouwen blijven houden in het systeem. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid deze problematiek op te lossen.