Gewasbeschermingsmiddelen beschermen planten of plantaardige producten tegen insecten, schimmels en andere schadelijke organismen. Ze kunnen ook de groei beïnvloeden, plantaardige producten conserveren, ongewenste planten of delen daarvan vernietigen en ongewenste groei van planten voorkomen of beperken. Ze bestaan uit werkzame stoffen, beschermstoffen en stoffen die de werking versterken.
De Verordening Gewasbescherming 1107/2009 hanteert de volgende definitie voor een gewasbeschermingsmiddel: "middelen in de vorm waarin zij aan de gebruiker worden geleverd die geheel of gedeeltelijk bestaan uit werkzame stoffen, beschermstoffen of synergisten, en die bestemd zijn voor een van de volgende toepassingen:
- de bescherming van planten of plantaardige producten tegen alle schadelijke organismen (...)
- het beïnvloeden van de levensprocessen van planten, zoals het beïnvloeden van hun groei, voor zover het niet gaat om nutritieve stoffen;
- de bewaring van plantaardige producten (...);
- de vernietiging van ongewenste planten of delen van planten (...);
- de beperking of voorkoming van de ongewenste groei van planten (...)."