Jaarbeeld 2021

Uitleg van de nummers in de afbeelding

Voorzorgbeginsel

De Europese verordeningen voor gewasbeschermings­middelen en biociden stoelen op het voorzorgsbeginsel: een middel mag pas op de markt komen als is aangetoond dat het veilig is. Voor de risicobeoordelingen van middelen en werkzame stoffen werkt het Ctgb nauw samen met de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), het Europese Agentschap voor chemische stoffen (ECHA), de toelatingsautoriteiten van de andere Europese lidstaten en in Nederland met verschillende ministeries, de Nederlandse Voedsel­ en Warenautoriteit (NVWA), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en onderzoeksinstituten zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen University & Research (WUR).

IT-workshop

Voor een soepele samenwerking moeten de lidstaten, Europese Commissie en EFSA hun systemen met elkaar kunnen verbinden en efficiënt gegevens kunnen delen. Samen met de Duitse toelatingsautoriteit verzorgde het Ctgb daarom begin november een workshop over de IT-­architectuur rond de Verordening voor gewasbeschermingsmiddelen. Daarin werd duidelijk dat de EU streeft naar een toekomst waarin gegevens één keer worden ingevoerd en vervolgens veilig in de hele unie zijn te gebruiken.

Fosfine-incidenten

In de zomer van 2021 was er voor de tweede keer een ernstig incident met binnenvaartschippers die waren blootgesteld aan fosfinegas uit een lading graan met fosfide­tabletten. Dit leidde tot intensief overleg met tal van betrokken partijen in Nederland en Europa om via de toelating een veiliger gebruik van de fosfide­tabletten te regelen. Zodat op Europese schaal de voorschriften voor fosfide­tabletten eenduidig zijn, voor zowel gewasbeschermings-­ als biocidetoepassingen. Dit leidt naar verwachting in 2022 tot aangepaste voorschriften.

Snelle toelating laag-risicomiddelen

Versnelde toelating van laag­-risicomiddelen kan bijvoorbeeld door voorrang voor deze aanvragen en de inrichting van een vereenvoudigde procedure voor uitbreiding van al toegelaten laag-risicomiddelen met kleine toepassingen.

Up to date

Voor de verdere invulling van de Europese verordeningen worden guidance­documenten (richtsnoeren) ontwikkeld en geregeld geactualiseerd. Het toetsingskader en risicobeoordelingsproces zijn daardoor voortdurend in beweging, in een proces van continue verdere verfijning en aanpassing aan nieuwe wetenschappelijke inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen. Het Ctgb droeg in 2021 actief bij aan de ontwikkeling van het herziene guidance document over vogels en zoogdieren, het beoordelingskader voor micro­organismen en aan de herziening van de EFSA bijen guidance – waarvoor een wetenschappelijk beoordelaar grotendeels is vrijgemaakt.

Cursus risicobeoordeling micro-organismen

Voor cursisten uit de hele EU verzorgde het Ctgb samen met de Franse consultantsorganisaties AETS, AINIA en enkele andere lidstaten, vier keer een training van een week in de risicobeoordeling van micro-­organismen. Het Green Team leverde twee van de vijf ‘tutors’ en kon zo zijn kennis en praktische benadering uitdragen. ‘Micro’s’ – bacteriën, virussen en schimmels – zijn levende organismen die zich heel anders gedragen dan chemische stoffen. Veel van de gebruikelijke risico’s, studieprotocollen, beoordelingsmethodes en veiligheidsmarges zijn daarop niet van toepassing. Micro-­organismen worden vaak gebruikt binnen geïntegreerde plaagbestrijding (IPM) en vooral het werkingsmechanisme speelt een cruciale rol in de risicobeoordeling. Veel van de mogelijke risico’s zijn daaruit af te leiden.

Wob-verzoeken

In 2021 kreeg het Ctgb 8 Wob­verzoeken. Het team juristen is de afgelopen jaren uitgebreid, waardoor er een flinke inhaalslag gemaakt kon worden in de afhandeling van eerder ingediende Wob-­verzoeken, bezwaren en beroepen. De inschatting is dat de resterende werkachterstand in 2022 wordt ingelopen.

Transparantieverordening

Aanleiding voor de Transparantieverordening waren de REFIT (evaluatie) van de Algemene levensmiddelenverordening en een Europees burgerinitiatief over glyfosaat en pesticiden. Zo wil de Europese Unie de transparantie van de risicobeoordeling in de voedselketen vergroten en de betrouwbaarheid, objectiviteit en onafhankelijkheid van de ingediende wetenschappelijke studies versterken.

Relatiedag

De jaarlijkse Relatiedag had als thema Transparantie en communicatie. Het was voor het eerst een volledig digitaal evenement. Er kwamen verschillende invalshoeken aan bod. Een belangrijke conclusie was dat transparantie niet kan zonder duiding. Data online zetten zonder duiding schept verwarring, je moet dan ook verhelderen wat die data betekenen.

Wet open overheid

Voor de uitwerking van de Wet open overheid haakt het Ctgb aan bij het Rijksprogramma Duurzame Digitale Overheid met het programma Open op orde voor de informatiehuishouding en Goed bewaard als richtlijn voor de medewerkers. In het nieuwe jaar zal het ook beginnen met de publicatie van de agenda en verslagen van de collegevergaderingen.

Uitleg van de nummers in de afbeelding

DE ORGANISATIE: WERK EN CAPACITEIT

De personeelsformatie komt eind 2021 uit op 161 medewerkers (146,3 Fte) en is daarmee ten opzichte van 2020 afgenomen met 5,8%.

Werkvoorraad

De werkvoorraad nam ondanks de instroombeperking toe door het onvoorziene verloop en een grotere instroom van biocideaanvragen (desinfectantia en CMS-­aanvragen). Daarnaast maken onder meer complexe aanvraagdossiers, discussies over verfijningen en veel werkzame stofdossiers het lastig om taken op tijd af te ronden. De coronacrisis leidde tot een grote vraag naar desinfectiemiddelen. In 2021 beoordeelde het Ctgb via een korte procedure veel tijdelijk vrijgestelde middelen voor een toelating volgens Nederlands overgangsrecht. Dit is alleen mogelijk voor stoffen die nog niet onder de biocideverordening vallen en als er een vergelijking gemaakt kan worden met een toegelaten referentie­middel met dezelfde werkzame stof, concentratie en gebruiksvoorschrift. Bij aanvragen waarbij Nederland Concerned Member State (CMS) is, beoordeelt een ander land een aanvraag die ook voor de Nederlandse markt is bedoeld. Zodra de beoordeling in het buitenland klaar is, móet Nederland tijd maken voor commentaar op deze beoordeling.

Biocidefamilie

Onder de Biocideverordening kunnen meerdere producten met dezelfde werkzame stof worden toegelaten als ‘biocidefamilie’. Dit om de toegang tot de markt voor producenten te vergemakkelijken en de administratieve lasten te verlagen. Dit zijn nogal eens omvangrijke families met tientallen producten, en is daardoor heel veel beoordelingswerk.

Themasessies en werkbezoeken

In 2021 zijn onder meer de actuele onderwerpen invasieve soorten (zoals de tijgermug), normoverschrijdingen in het oppervlaktewater, nieuwe technieken, teeltconcepten en biodiversiteit, azolenresistentie, Europese beleidsontwikkeling en transparantie aan de orde geweest. Het werkbezoek biociden moest in 2021 opnieuw worden uitgesteld, maar het werkbezoek voor gewasbescherming aan de fruitteelt kon nog net voor de nieuwe beperkte lockdown doorgang vinden. Dit werkbezoek gaf een mooie inkijk in het verschil tussen de theorie van het beoordelingskader en de praktijk. De regelgeving spoort niet altijd met wat nodig is voor een teelt en kan duurzame initiatieven ook frustreren. Het college kan door dit soort inzichten weer met een frisse blik zoeken naar nieuwe manieren om de wensen uit politiek en samenleving af te stemmen op de realiteit binnen de verschillende teelten, en neemt die mee in de uitwerking van duurzaamheidsinitiatieven en beleidsvoorstellen in Nederland en naar Europa. Er wordt in Europa continu gewerkt aan het toetsingskader voor de risicobeoordeling om dit zoveel mogelijk gelijke pas te laten houden met de laatste stand van wetenschap en techniek. Het Ctgb heeft hierbij aangegeven dat de prioriteit zou moeten liggen bij het toetsingskader voor laag-­risicomiddelen, voor bijen en andere insecten, voor neurodegeneratieve aandoeningen en precisietechnieken.

Stapelen

‘Stapelen’ wil zeggen dat je op een perceel eerst het ene middel gebruikt tot het maximale aantal toegestane toepassingen en daarna nog een ander middel met dezelfde werkzame stof. Dit is niet meegenomen in de beoordeling van de verschillende middelen. De risicobeoordeling dekt dus geen gestapeld gebruik. Het college besloot daarom eind juli tot een restrictiezin tegen gestapeld gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met vier kritische stoffen. De minister van LNV heeft vervolgens de Europese Commissie gevraagd, stapelen op Europese schaal aan te pakken.

Bijen

Voor de bescherming van bijen adviseerde het Ctgb de minister – op basis van de wetenschappelijke analyse van EFSA – over de natuurlijke sterfte in een honingbijenkolonie en de mogelijke ‘extra sterfte’ door gewasbeschermingsmiddelen.

Ratten en muizen

In nauwe samenwerking met branches, opleiders, certificeerders, het Ctgb, de inspectie en ministeries leverde de stichting KPMB een nieuw Handboek IPM Knaagdierbeheersing op, gebaseerd op door het Ctgb vastgestelde uitgangspunten. Dit geldt vanaf 1 januari 2023 voor de beheersing van ratten en muizen – zowel binnen als buiten – volgens de principes van IPM. Daarmee wordt een traject afgerond waarvoor het Ctgb tien jaar geleden de eerste stappen zette.

RNAi-sprays en bacteriofagen

Europa zal zich niet alleen moeten voorbereiden op een mogelijke marktintroductie van dit type stoffen, maar ook op het ontwikkelen van goede beoordelings­methodieken daarvoor. Voor RNAi en bacteriofagen ontwikkelt de OECD momenteel een beoordelings­methodiek, het Ctgb is hier samen met het RIVM bij betrokken. Inmiddels heeft het Ctgb een eerste stofaanvraag voor een bacteriofaag ontvangen.