De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte water en grondwater in Europa te borgen. Daarvoor zijn onder andere normen vastgesteld voor chemische stoffen in het water. Voor sommige stoffen is die norm zo laag dat de analyseapparatuur van laboratoria die niet kon meten. Dat zijn de zogenaamde ‘niet-toetsbare stoffen’. Ook enkele werkzame stoffen uit gewasbeschermingsmiddelen behoren tot die niet-toetsbare stoffen. Tot voor kort was het dus niet mogelijk om vast te stellen of deze ongewenste stoffen in kleine hoeveelheden in het water voorkwamen. Begin 2024 ontwikkelden twee Nederlandse instituten een methode om de niet-toetsbare stoffen te meten. Daarmee is het mogelijk het voorkomen van niet-toetsbare stoffen in KRW-rapportages te signaleren.
De KRW-normen zijn niet gelijk aan de beoordelingsnormen die het Ctgb moet gebruiken volgens de Europese gewasbeschermingsverordening. In het algemeen liggen de normen uit de gewasbeschermingsverordening hoger dan de KRW-normen. Aan de hand van de nieuwe methode kunnen we nu zeggen dát de niet-toetsbare stoffen gemeten kunnen worden. Eerste monsters laten zien dat deze niet-toetsbare stoffen de Europese toelatingsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen níet overschrijden.
Zie ook: ‘Niet-toetsbare stoffen’ meetbaar met nieuwe methode (h2owaternetwerk.nl