Er zijn steeds vaker vragen over PFAS in gewasbeschermingsmiddelen en biociden. PFAS is een groep chemische stoffen waarvan bekend is dat ze slecht afbreken en risico’s kunnen opleveren voor mens en milieu. Een aantal gewasbeschermingsmiddelen en biociden bevatten PFAS. Over het gebruik van deze middelen bestaan maatschappelijke zorgen.
Nederland, Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen deden in 2023 samen een voorstel voor een totaalverbod op de productie, het gebruik en de verkoop van PFAS. Dat voorstel wordt nu verder besproken in Europa. Het voorstel maakt een uitzondering voor de werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen, biociden en (dier)geneesmiddelen, omdat deze middelen al streng worden beoordeeld. Gewasbeschermingsmiddelen en biociden die PFAS bevatten worden beoordeeld volgens dezelfde strikte kaders die gelden voor al dit soort middelen. Deze kaders zijn veel strenger dan de eisen waaraan het overgrote deel van de chemicaliën moet voldoen.
Eén van de zorgen over PFAS is dat ze slecht of niet afbreken (persistentie) en zich daarom opstapelen in het milieu. Deze persistentie is een vast onderdeel van de beoordelingsprocedure van middelen. Ook wordt er gekeken naar giftigheid (toxiciteit) en de vraag of een stof zich opstapelt in het lichaam van dieren (bio-accumulatie). Als een werkzame stof in een middel persistent is én bio-accumulatief én toxisch, wordt deze stof in principe niet goedgekeurd en middelen op basis van dergelijke stoffen dus ook niet toegelaten. Daarnaast speelt persistentie een rol bij het berekenen van verwachte concentraties in het milieu. Als uit studies blijkt dat een stof slecht afbreekt en leidt tot ophoping in water of bodem, dan zijn de te verwachten concentraties in het milieu hoger. Het Ctgb beoordeelt of die concentraties niet leiden tot onaanvaardbare effecten op bijvoorbeeld bodemorganismen, insecten, vogels, waterdieren etc. Als blijkt dat deze effecten onacceptabel zijn mag de stof niet op de markt komen. Die stof krijgt dan geen goedkeuring en middelen op basis daarvan geen toelating in Nederland.
In het restrictievoorstel voor PFAS wordt aan de Europese Commissie geadviseerd om meer rekening te houden met persistentie in de toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Op dit moment wordt op Europees niveau onderzocht hoe deze aanbeveling in de praktijk kan worden gebracht.