Wettelijk is er een verschil tussen ‘toelaten’ en ‘gebruiken’ van veilig bevonden gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het Ctgb als toelatingsautoriteit oordeelt over de toelating. Met een wetenschappelijke risicobeoordeling kijken we of middelen bij juist gebruik veilig zijn voor mens, dier en milieu. Is dat het geval, dan wordt het middel toegelaten. Het mag op de markt worden gebracht en in Nederland worden gebruikt. Of het Ctgb een middel wel of niet kan toelaten is vastgelegd in Europese en Nederlandse wetgeving en het Ctgb voert die wetgeving uit.
Hoewel het middel dus veilig gebruikt kan worden, kunnen er redenen zijn om dat gebruik toch te willen beperken. Europa wil mens en natuur beschermen tegen stoffen die van nature niet in ons milieu en onze leefomgeving voorkomen. Belangrijke Europese wetgeving hiervoor is de Richtlijn voor duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. De bevoegdheid voor het uitvoeren van deze Richtlijn ligt bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN)). Verder is de Europese strategie voor verduurzaming vastgelegd in de Europese Green Deal. De Europese doelen voor verduurzaming van de landbouw zijn beschreven in de ‘Van boer-tot-bord’ strategie. In dit beleid zijn onder andere doelen voor de reductie van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen opgenomen. Nederland sluit hierbij aan. De overkoepelende visie van de minister van LVVN is beschreven in ‘Landbouw, natuur en voedsel; waardevol en verbonden’. De nationale ‘Toekomstvisie Gewasbescherming 2030’ bouwt voort op de passage over gewasbescherming van deze overkoepelende visie. En via het ‘Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030’ wordt hier uitvoering aan gegeven. Op basis van bovenstaande kan het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) of het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het gebruik inperken van door het Ctgb toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Het kan dus voorkomen dat een middel dat wel door het Ctgb is toegelaten niet in alle gevallen mag worden gebruikt in ons land. Een voorbeeld is het door het ministerie van IenW ingestelde gebruiksverbod dat professionele toepassers verbiedt gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken buiten de land- en tuinbouw. In principe kan het Ctgb middelen voor deze toepassingen toelaten, maar vanuit het gekozen beleid is door het ministerie van IenW het gebruik ingeperkt.