Bezoek aan de praktijk
Twee keer per jaar bezoeken college, directie en een aantal medewerkers van het secretariaat bedrijven om inzichten te krijgen over het gebruik van toegelaten middelen in de praktijk. Eén keer voor gewasbeschermingsmiddelen en één keer voor biociden. In april bezochten we een aantal bedrijven in de bloembollensector in de kop van Noord-Holland, waar we gastvrij werden ontvangen. We werden bijgepraat over innovatie en verduurzaming in de sector en waren onder de indruk van alle inzet en creativiteit bij de verschillende bedrijven om zich hierin te blijven ontwikkelen. En we zagen hoe een kweker zich inzet om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zoveel als mogelijk te reduceren, door bijvoorbeeld pleksgewijs zijn teelten te behandelen tegen ziekten en plagen en wat voor enorme investeringen dat vraagt. Tot slot zagen we wat het betekent om te schakelen naar biologische bollenteelt en hoeveel investering, moed, vasthoudendheid en wat voor lange adem een dergelijk traject vraagt.
Het was een zeer interessante dag, de telers praatten ons bij, en wij hen. Waardoor wij meer inzicht kregen in de knelpunten die zij ervaren en wij konden uitleggen waar het bij ons knelt en wat precies onze rol is. Want ook bij dit praktijkbezoek bleek dat het niet voor iedereen duidelijk is dat het Ctgb een uitvoeringsorganisatie is en wat dat precies betekent. Bijvoorbeeld dat beleid en kaders niet door het Ctgb worden bepaald. Een dag als deze draagt dan ook echt bij aan wederzijds begrip. Zo kwam ook een vraag naar boven die we vaker horen: “Waarom worden middelen die zijn toegelaten in consumptiegewassen niet ook toegelaten in de sierteelt?” Waarop wij konden uitleggen dat de keuze voor de aangevraagde toepassingen bij de industrie ligt en dat het daarom voor een sector van belang is om hun behoefte wat betreft middelenpakket kenbaar te maken aan de aanvragers van middelen.
Bij de afsluiting van de dag merkte een teler op: “Nu heb ik kunnen zien dat het Ctgb geen machine is, maar ook gewoon mensen.” Daar zou ik aan willen toevoegen: en ik heb bij de bedrijven mensen gezien met heel veel kennis en een enorm hart voor de zaak. En dat is iets gemeenschappelijks. Ook bij ons zit heel veel kennis en ook onze mensen zijn bevlogen. En in zo’n werkbezoek leren wij over de context waarin door ons toegelaten middelen worden gebruikt, en dat helpt ons om ons werk nog beter te kunnen doen.
Ingrid Becks
secretaris/directeur