Grenzen aan de groei
Inherent aan het stoppen met een baan is dat je veel dingen voor de laatste keer doet, zo ook het schrijven van een column voor de Ctgb nieuwsbrief. Het is ook een periode van terugblikken en reflectie. Bij mijn afscheid op de Relatiedag zijn veel mooie woorden gesproken en ik kijk met een heel goed gevoel terug op 21 jaar Ctgb. Ik realiseer me dat ik daarin zelf een enorme ontwikkeling heb doorgemaakt en kansen en ruimte heb gekregen om te groeien naar de functie van directeur die ik de laatste vijf jaar vervulde. En niet alleen ik kon groeien en me ontwikkelen.
Wat zo mogelijk nog harder groeide in ruim twee decennia was het toetsingskader voor zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden. De stevige en unieke basis in deze kaders is al dat stof en middel voor een beperkte tijd worden goedgekeurd, zodat er altijd een moment is om nieuwe inzichten en wetenschappelijke ontwikkelingen in een nieuwe toelating mee te nemen. Daarnaast leidden nieuwe inzichten én maatschappelijke ontwikkelingen tot aanvullende eisen en richtsnoeren. Denk maar aan een bijenrichtsnoer, strengere normering voor hormoonverstoring en als gevolg daarvan het niet opnieuw goedkeuren van de nodige stoffen. En niet te vergeten de recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie, waarmee er een andere dynamiek ontstaat wat betreft het meenemen van nieuwe inzichten en wetenschappelijke ontwikkelingen.
Met de groei van criteria en kaders groeide ook onze organisatie, het Ctgb. Telde die toen ik in 2003 begon nog ca. 60 medewerkers, inmiddels zijn dat er ruim 165. Die zijn allemaal heel hard nodig om alle aanvragen zorgvuldig te beoordelen op al die verschillende aspecten die de verordeningen beschrijven. De ondersteunende afdeling groeide vanzelfsprekend mee want ook de personele- , financiële- en organisatievraagstukken nemen toe met een groeiende organisatie, alsook de onderliggende ict-structuren en het (digitaal) archiveren van alle documenten. Om de groei het hoofd te kunnen bieden is in 2011 een reorganisatie doorgevoerd en zijn we in 2015 verhuisd van Wageningen naar het huidige kantoorpand in Ede. En om de efficiëntie te optimaliseren kozen we vorig jaar voor doorontwikkeling van de organisatie, een intern gerichte ontwikkeling, maar wel met het uiteindelijke doel de doorlooptijden terug te brengen.
Met dit alles groeide ook de politieke en maatschappelijke belangstelling voor ons werk, de vragen vanuit wetenschap, ngo’s en burgers. Want terwijl de kaders groeiden, de criteria strenger werden groeide het vertrouwen niet mee. Dat is best opmerkelijk. Het lijkt op een vicieuze cirkel waar geen einde aan komt. De kaders groeien en we weten steeds meer, maar toch groeien vragen en zorgen en dat uit zich in de roep om meer kaders en strengere normen.
En dan vraag ik me af: zijn er grenzen aan die groei? Het is begrijpelijk dat we in de samenleving zoeken naar maximale veiligheid. Het is begrijpelijk dat nieuwe kennis nieuwe vragen uitlokt. Het is ook begrijpelijk dat aanvragers, producenten en gebruikers aandacht vragen voor de praktijk. In een laatste column kan ik alleen maar wensen dat we samen blijven zoeken naar een acceptabel evenwicht. En daarvoor is het heel belangrijk dat alle partijen met elkaar in gesprek blijven, alleen samen kom je verder!
Ingrid Becks
secretaris-directeur