Verduurzamingsloket gewasbeschermingsmiddelen

Aanvragen voor een middel dat bijdraagt aan de verduurzaming van het Nederlandse gewasbeschermingsmiddelenpakket krijgen voorrang in het werkproces van het Ctgb. De voorrang kan gelden voor de zonale aanvraag, de wederzijdse erkenning, de wijzigingsaanvraag én de aanvraag voor (uitbreiding met) kleine toepassingen. Zo komt voor Nederlandse telers een breder pakket middelen beschikbaar dat aan de criteria voor verduurzaming voldoet.

Het Ctgb stelt vast of een aanvraag met voorrang kan worden behandeld. Daarvoor gebruikt het de volgende criteria:

1. Het betreft een aanvraag voor een gewasbeschermingsmiddel met minimaal 1 nieuwe toepassing in Nederland

en

2. Alle werkzame stoffen in het betreffende gewasbeschermingsmiddel behoren tot tenminste één van de volgende categorieën:

  1. (verwacht) laagrisicostoffen;
  2. levende micro-organismen (inclusief virussen);
  3. niet-chemische stoffen met een niet-toxische of selectief-toxische werking, zoals:
    • alle semiochemicals (waaronder feromonen);
    • plantaardige extracten met een niet-toxische of selectief-toxische werking; natuur-identieke stoffen (dsRNA, antilichamen, peptiden) met een selectief-toxische werking.

Het Ctgb heeft een ‘verduurzamingslijst' (zie hieronder) opgesteld met goedgekeurde werkzame stoffen die voldoen aan de criteria onder punt 2. Deze lijst wordt maandelijks geactualiseerd.

Voor aanvragen via het Verduurzamingsloket gelden dezelfde eisen zoals die voor het betreffende aanvraagtype staan beschreven.