Het (inter) zonale systeem voor gewasbeschermingsmiddelen
Om dubbel werk te vermijden, de administratieve belasting van bedrijven en lidstaten te verminderen en een geharmoniseerde beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen te vergroten, moeten toelatingen die door een lidstaat worden verleend, door andere lidstaten met vergelijkbare landbouw-, fytosanitaire en ecologische (waaronder klimatologische) omstandigheden worden aanvaard.
EU in 3 zones verdeeld
Om deze wederzijdse erkenning te vergemakkelijken, is de EU in zones verdeeld waar vergelijkbare landbouw-, fytosanitaire en ecologische (waaronder klimatologische) omstandigheden heersen.
- Zone A — Noord: Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Finland, Zweden
- Zone B — Centraal: België, Tsjechië, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Verenigd Koninkrijk (tot 31 januari 2020)
- Zone C — Zuid: Bulgarije, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Malta, Portugal (noot Ctgb: plus Kroatië)
De aanvragen tot toelating worden binnen deze zones verdeeld, waarbij 4 stuurgroepen de regie hebben: 1 stuurgroep voor elke zone, met een roulerend voorzitterschap, plus een coördinerende, zogenaamde interzonale stuurgroep, voorgezeten door een lid van de Commissie, en waar de (inkomend) voorzitters van de 3 andere stuurgroepen aan deelnemen.
Interzonale toelating
De aanvrager kiest een lidstaat naar eigen keuze voor de beoordeling van de interzonela aanvraag. Deze lidstaat wordt de interzonale Rapporteur Member State ( izRMS) genoemd; de andere betreffende lidstaten zijn ‘concerned Member States’ (cMS).
Direct naar: