College en secretariaat
College en secretariaat
Het Ctgb is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) en heeft als taak het uitvoeren van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het beoordeelt volgens in de wetgeving verankerde criteria en internationale afspraken of gewasbeschermingsmiddelen en biociden – bij juist gebruik – veilig zijn voor mens, dier en milieu. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) is ministerieel verantwoordelijk voor het Ctgb en is verantwoordelijk voor het Nederlandse beleid voor gewasbeschermingsmiddelen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is verantwoordelijk voor het biocidebeleid dat door het Ctgb wordt uitgevoerd. Daarnaast zijn de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) betrokken bij de onderwerpen op hun beleidsterreinen (respectievelijk residuen in voeding en arbo-zaken).
Voorzitter en secretaris/directeur
De collegeleden worden benoemd op grond van hun deskundigheid en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak. Zie ook het reglement voor de werkwijze van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De belangrijkste taken van het college zijn:
- besluiten nemen over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,
- gevraagd en ongevraagd adviseren van de betrokken bewindslieden,
- goedkeuren van werkplan en begroting,
- vaststellen van het jaarverslag en de jaarrekening.
Het college wordt ondersteund door het collegesecretariaat, dat beslissingen wetenschappelijk en administratief voorbereidt. Gezamenlijk treden zij als eenheid naar buiten op. De secretaris van het college is tevens directeur van het secretariaat. In het "Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Ctgb 2024" heeft de directeur de doorverlening van mandaten, volmachten, machtigingen en vertegenwoordigingsbevoegdheden aan medewerkers van het secretariaat geregeld.
In het ‘Bestuursreglement toelatingsprocedure gewasbeschermingsmiddelen en biociden Ctgb 2024’ wordt waar nodig een aanvulling gegeven op het toepasselijk recht voor de procedures met betrekking tot de toelating van een gewasbeschermingsmiddel of biocide tot de Nederlandse markt.
Opleidingsniveau wetenschappelijk beoordelaars Ctgb
Bijna 85% van de medewerkers van het secretariaat heeft een universitaire, master of HBO-bacheloropleiding afgerond. Van hen is iets meer dan 33% gepromoveerd. Op één na zijn alle humaan toxicologen geregistreerd toxicoloog.
Vergaderingen college 2024
24 januari: agenda en verslag
28 februari: agenda en verslag
27 maart: agenda en verslag
24 april: agenda en verslag
22 mei: agenda en verslag
26 juni: agenda en verslag
24 juli: agenda en verslag
28 augustus: agenda en verslag
25 september: agenda
23 oktober: agenda
27 november
18 december
Integriteit
Het Ctgb hanteert een gedragscode integriteit voor de medewerkers en een code voor de leden en plaatsvervangende leden van het college alsmede commissieleden. Daarnaast hanteert het Ctgb een individuele meldingsverklaring ter voorkoming van belangenverstrengeling en een geheimhoudingsverklaring ten behoeve van derden.
De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bepaalt dat nevenfuncties van collegeleden en plaatsvervangende collegeleden openbaar worden gemaakt. Voor de collegeleden gaat het hierbij in de eerste plaats om hun reguliere functie. Daarnaast zijn ook andere bestuursfuncties opgenomen. Voor de volledigheid is de nevenfunctie die de directeur-secretaris vervult ook bekend gemaakt.
Uw mening kenbaar maken
Vertegenwoordigers van NGO’s en individuele burgers mailen soms naar individuele Ctgb-medewerkers om standpunten kenbaar te maken en/of het standpunt van het Ctgb te beïnvloeden. De individuele medewerkers zijn echter niet verantwoordelijk voor het oordeel van het Ctgb.
Het past in een democratische proces dat alle meningen gehoord kunnen worden. Daarom, wilt u een mening kenbaar maken met betrekking tot het werk van het Ctgb of de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, richt u dan tot het bestuur van het Ctgb (‘het college’) of tot de verantwoordelijke ministeries (gewasbeschermingsmiddelen: Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, biociden: Infrastructuur en Waterstaat).